Welkom bij Vogelwerkgroep ’t Hökske

een vereniging van vrijwilligers die zich inzet voor vogels
en hun leefomgeving in de regio Sevenum en Horst

Lente

Nog even de ijsheiligen: Sint Mamertus, Sint Pancratius, Sint Servatius en Sint Bonifatius op 11, 12, 13 en 14 mei voorbij laten gaan en dan is het zeker: het wordt weer lente!
Voor veel mensen het mooiste seizoen van het jaar. Het is al voelbaar en zichtbaar, de zachtgroene bladeren die weer aan de bomen verschijnen. De wit en geel vroeg bloeiende struiken en de voorjaarsbloeiers in de bermen en tuinen. Voor de vogelliefhebbers is het altijd weer genieten van de drukte in de bomen en struiken van vogels op vrijerspad. De overwinteraars zijn al druk doende met vertrekken naar hun broedgebieden, de zomergasten komen ook langzaam binnen die dan meteen beginnen met het afbakenen van hun territorium en zoeken naar een vrouwtje om in de korte tijd voor hun nageslacht te zorgen.

Voor de BMPers ( Broedvogel Monitoring Project) van het Hökske breekt ook een drukke tijd aan. Vroeg in de ochtend, net na zonsopgang in hun “telgebied” de vogelgeluiden oppikken, herkennen, noteren en zo door te geven aan Sovon (vogelonderzoek Nederland). Tijdens die ochtenden zijn er positieve waarnemingen van teruggekeerde of nieuwe soorten, soms ook teleurstelling als een soort niet meer wordt gezien of gehoord. Zo ontstaat door de jaren heen een beeld van de aanwezigheid van soorten en aantallen in onze telgebieden en verschuivingen door klimaat en/of veranderingen in het gebied. Deze waarnemingen zijn van belang voor de natuurorganisaties met betrekking tot beheerplannen en onderhoud.

Als op zondag 7 april, Knopen Lopen weer hun jaarlijkse dauwtrappen organiseert en U geniet van het mooie Serumse buitengebied, door de GroenGroep mede aangeplant en onderhouden, kunt u volop genieten van de vroege vogelzang.
Er zijn verschillende vogel apps om de geluiden te herkennen maar ook als u alleen wilt genieten zonder te weten welke vogel u hoort, geniet van vogels.

Met vriendelijke groeten Ria Nabben

Grote Bonte SpechtFoto@Geert Lamers

De Kolgans, graag geziene wintergast, maar ook gehaat

Sommige wintergasten zijn onbekend, maar deze gans is bij velen toch gekend. Hij lijkt op de Grauwe Gans maar is wat kleiner en heeft boven de snavel een witte bles (kol). Op de borst hebben ze zwarte dwarsstrepen die doorlopen tot op de flanken. De jonge dieren van dit jaar, hebben deze kenmerken nog niet. Het geluid dat ze maken is hoger dan dat van de Grauwe Gans en klinkt een beetje lacherig.

Maar waar komen deze Kolganzen vandaan? Het broedgebied ligt in het noorden van Rusland en Siberië tot aan de Beringzee en op Nova Zembla. Ze hebben dus nog al wat afstand af te leggen voor ze hier zijn. Tegenwoordig arriveren de eerste Kolganzen al half oktober en in november de grote massa. Vroeger in de jaren 60 en 70 kwamen ze later, pas in november en dat liep door tot in december. Nou zijn bij ons niet de meeste Kolganzen te zien. De grootste groepen bevinden zich in west- en zuid Friesland, langs de randmeren in Flevoland en langs de grote rivieren. Maar ook grote groepen ziet men langs de Rijn in Noordrijn-Westfalen. Vooral in de buurt van Emmerich zitten er dikwijls duizenden. Deze sluiten zich aan bij de groepen in de Ooijpolder bij Nijmegen. Als we nog een strenge winter krijgen, trekken ze meer naar het zuiden langs de grote rivieren. Hier ziet men ze vooral langs de Maas in de uiterwaarden, maar men ziet en hoort ze ook wel overvliegen van de Mariapeel richting de Maas.

Ze eten voornamelijk gras maar eten als het nodig is ook oogstresten van bieten en aardappels. Soms zijn ze hier gemengd met Grauwe Ganzen. In het noorden zijn ze heel dikwijls gemengd met Brandganzen. Ik en met mij vele vogelaars vinden het prachtig die soms duizenden ganzen op een weiland. Maximaal vertoeven er bijna 900.000 Kolganzen in ons land, 80% van de wereld populatie. Het betreft dan ook de meest talrijke gans van Europa en Azië. De boeren zijn hier niet zo van gecharmeerd. Daar telt het gras en niet zozeer dat ze het afgrazen. Maar wat er voor in gaat, komt er achter weer uit en dat vindt het vee niet zo smakelijk. In het noorden van ons land waar verreweg de meeste voorkomen, met ook nog Brandganzen en Rotganzen, hebben ze met boeren gedooggebieden afgesproken waar ze mogen grazen en waar de boeren een vergoeding voor krijgen. Maar ganzen kunnen niet lezen, en kennen ook de landkaart niet, dus zijn de boeren daar meestal niet zo blij als wij.

De meesten Kolganzen verlaten, afhankelijk van de winter, eind februari en in maart ons land en vertrekken weer naar de broedgebieden in het hoge noorden. Er heeft zich inmiddels ook een kleine populatie gevormd die hier blijven en broeden, men schat deze tussen de 400 en 700 stuks. Deze zijn ontstaan uit tamme lokvogels die vroeger bij de jacht gebruikt werden. Dit mag nu niet meer en daarom zijn ze losgelaten en hebben zich voortgeplant tot de huidige populatie. Kolganzen beginnen te broeden, afhankelijk van de toestand in het broedgebied vanaf begin juni. Een legsel is meestal 5 of 6 eieren. Ze broeden 27 tot 29 dagen.  Hoeveel er groot worden hangt veel af van het aantal lemmingen in dat gebied. Zijn die er genoeg, dan zullen de poolvossen de ganzen meer met rust laten en worden er meer volwassen. Dit kan men daarna zien als ze hier aan komen. Dit jaar is er zo als het er nu naar uitziet, een goed fokseizoen geweest. Ondanks dat ze niet door iedereen gewenst zijn, is het een van de schoonheden van de winter.

Tot een volgende keer Toon Selten.

Kolgans
Foto@waarnemingen.be

Voorjaarscursus Vogelherkenning is inmiddels vol geboekt!

Interesse? Een mailtje naar info@vogelwerkgroephokske.nl is voldoende en u ontvangt verdere informatie.

Op zoek naar de notekrakerFoto@Jan Peeters

Foto@Jan Houwen