Welkom bij Vogelwerkgroep ’t Hökske

een vereniging van vrijwilligers die zich inzet voor vogels
en hun leefomgeving in de regio Sevenum en Horst

Waar zijn de roestplaatsen van ransuilen gebleven en
heeft u wellicht er één in uw tuin?

Ransuilen verzamelen zich als “families” in de periode oktober-februari om vervolgens als koppel terug te gaan naar hun territorium om te broeden in een oud kraaiennest of eksternest.

Roestplaatsen Ransuilen.

Overdag zitten Ransuilen met groepjes verscholen in een boom zoals een grote conifeer, grove den, taxus of spar, de zogenaamde roestplaatsen. Vooral in tuinen met grote coniferen/sparren aan dorpsranden met open weiland tref je ze aan, maar ook op kerkhoven midden in het centrum of langs bospaden.
Typisch zijn het aantal braakballen (3-5 cm lang) en witte poepvlekken die je onder een roestboom vindt. Hierin bevinden zich de schedels en botjes van muizen.

Doorgeven roestplaatsen en prijs te winnen.

Heeft u momenteel zo’n roestplaats in uw tuin of dit enkele jaren geleden gehad? Dan vernemen we deze info graag van u via mail: winterslaapplaatsen.ransuilen@gmail.com.
Deel dit bericht a.u.b. met bekenden van u en laten ze een bericht sturen naar de betreffende mail.

Vogelwerkgroep ’t Hökske coördineert dit nieuwe project om meer inzicht te krijgen over de verspreiding en aantallen van Ransuilen. Het is nodig want de Ransuil neemt sterk in aantal af.
We nemen dan vrijblijvend contact met u op. En de prijs dan? Dat hoort u zodra we contact opnemen. De prijs wordt gesponsord door het Natuurbelevingscentrum Vivara in Venray.

Ralf Bovee

Foto@Geert Custers

De Oehoe

Op 1 Oktober jl. werd er namens de Vogelwerkgroep ’t Hökske een lezing gegeven over het leven van de grootste uil van Europa, de Oehoe. Deze lezing werd verzorgd door dhr. Scipio van Lierop voorzitter van de Oehoe werkgroep Nederland. Onder grote publieke belangstelling deed de heer van Lierop zijn verhaal. Hier volgt een kort verslag van deze avond.

De Oehoe is zoals boven vermeld, de grootste uil van Europa. Vrouwtjes zijn 70 cm groot, mannetjes zijn iets kleiner 60 cm. De vleugelspanwijdte is 170 cm. De Oehoe beschikt daarnaast over oorpluimen van 8 cm en grote oranje ogen.
Overdag zoeken Oehoes de beschutting op van rots nissen of boomkruinen en struikgewas. Hier is hij ondanks zijn grote verschijning, door zijn perfecte schutkleur moeilijk te vinden. Vanwege zijn grootte heeft een volwassen Oehoe weinig te duchten van natuurlijke vijanden maar des temeer voor allerlei door de mens opgeworpen obstakels die hij tijdens zijn vlucht tegenkomt. Hoogspanningskabels en windmolens vormen een groot gevaar voor de jagende Oehoe. Ook het alsmaar toenemende verkeer vormt een grote bedreiging voor de Oehoe.

Toen we laatst terugkeerden van een weekendje fietsen op de Veluwe zagen we op de terugweg in de omgeving van Nijmegen zeker drie dode roofvogels op de vluchtstrook langs de snelweg liggen. Door de snelheid waarmee je voorbij rijdt is moeilijk vast te stellen om welke vogels het gaat maar twee waren beslist groter dan een Buizerd. Ook gif ter bestrijding van muizen en ratten vormt een bedreiging. In Limburg zijn er al een aantal Oehoes dood gevonden met een veel te hoog PCB gehalte in het lichaam.
Door de eeuwen heen is de Oehoe ook sterk vervolgd en daardoor was hij op vele plaatsen verdwenen. Maar door beschermende maatregelen en herintroductie is hij op verschillende plaatsen weer teruggekeerd, zoals bij ons in Nederland waar sinds 1997 een broedend paartje zich heeft gevestigd in de ENCI groeve in Maastricht.

Hij nestelt bij voorkeur in groeves zoals kalksteengroeves in de Eifel en in Zuid-Limburg in de ENCI groeve.
De nestplaats van de Oehoe kijkt meestal op het oosten uit, omdat daar de zon opkomt en het er het eerste opwarmt. Een geschikte nestplaats moet een vrije aanvliegroute hebben en er moet in de omgeving voldoende voedsel en water beschikbaar zijn. De Oehoe bouwt zelf geen nest, maar door zijn grote aanpassingsvermogen komt hij in verschillende leefgebieden voor en broedt hij op plaatsen zoals stortplaatsen, zand- en kiezelgroeves, oude roofvogelnesten en in geval van nood ook wel op de grond.

De Oehoe heeft een territorium van wel vijftien vierkante kilometer maar doordat er steeds meer territoria bijkomen worden deze wel kleiner. In Nederland zijn ruim honderd territoria geteld, dit zijn geen honderd nesten, maar door de Oehoe werkgroep werden dit jaar toch 52 nesten gevolgd. Gemiddeld had de Oehoe twee en een half tot drie jongen per nest. De paarvorming begint al in november en vroege legsels kunnen al in februari gelegd zijn, maar de meeste paren beginnen in maart met broeden. Het vrouwtje wordt door het mannetje voorzien van voedsel, alleen het vrouwtje broed de twee of drie en soms vier gelegde eieren uit. De broedtijd bedraagt 34 dagen en de pas uitgekomen jongen hebben een wit donskleed en na enkele weken wordt dit bruingeel. Met vier a vijf weken kunnen ze al goed lopen en springen en met tien weken kunnen ze het nest al gaan verlaten ze zijn dan volledig vliegvlug. Ze worden dan nog een tijd lang door de ouders verzorgd. In het eerste levensjaar sterft echter al een groot aantal van de jonge Oehoes door allerlei oorzaken.

De voedselkeuze is zeer gevarieerd, prooien zijn o.a. muizen, ratten, konijnen, egels, vossen, kraaien, duiven, maar ook roofvogels zoals buizerd, bosuil, ransuil, valken, havik, rode en zwarte wouw en de Oehoe zelf. Hij heeft minstens 25 muizen per dag nodig om te overleven. Kraaien pakt hij het liefste als ze in hun slaapboom zitten. Kraaien zitten meestal aan de buitenkant van de boom om snel te kunnen vluchten bij onraad en dat komt voor de Oehoe goed uit want zo kan hij ze met zijn geruisloze vlucht gemakkelijk pakken. Een natuurlijke vijand van de Oehoe is de mens zoals eerder al opgemerkt en de Oehoe zelf. Ze zijn niet zo lief voor elkaar en als er geen andere prooien voorhanden zijn gebeurt het ook wel dat ze elkaar aanvallen. Er wordt ook gevreesd dat het sterk uitbreiden van de Oehoe op den duur ten koste zal gaan van andere roofvogels en uilen zoals o.a. de Bosuil.

Jos Wijnen. (Foto’s: Jos Wijnen)

De nacht van de nacht

Start 0m 19.15 bij de blokhut Het Vongerde 1 in Sevenum

Weten we nog wel wat duisternis is? Ja het wordt elke avond donker, denken we. Maar echt donker dat je letterlijk geen hand voor ogen ziet? Wij kwamen er een paar jaar geleden achter wat echt donker is. We waren met de vogelwerkgroep een weekend op Texel op een klein parkje bij de Slufter, dus helemaal tegen de duinen in het westen. We hadden twee huisjes omdat we niet allemaal in een huisje konden slapen. We liepen met diegene die in het andere huis moesten slapen samen daar naar toe. Het was waarschijnlijk nieuwe maan, want er was een sterrenhemel zoals we die alleen uit onze jeugd konden herinneren. Het was in hetzelfde straatje maar we konden niet zien of we bij het juiste huisje waren. We voelden aan de logo’s van de auto’s of we bij de goede oprit waren. Niemand van ons was zo slim om te bedenken dat we op onze mobiele telefoon ook een lamp hadden. Niet slim van ons, maar alleen om maar aan te geven hoe donker het was. Ik kom uit een klein dorpje uit het land van Cuijk en ’s avonds konden we aan de hemel zien waar Eindhoven en Helmond lagen, die lichten op aan de hemel. Helaas zijn dit lang vervlogen tijden. Het is voor iedereen duidelijk, het is niet meer echt donker.

Wat is daarvan de invloed op vogels? Hier is veel onderzoek naar gedaan. Wat blijkt, net als mensen slapen vogels met licht veel slechter. Als ze een donkere plek hebben zitten ze wel tamelijk stil, maar op plekken met meer licht zitten de vogels te draaien en zijn vroeger actief. Ook ’s avonds gaan ze langer door. Hierdoor moeten ze overdag meer rustmomenten nemen. Vogels raken echter ook in de war. Vooral in deze tijd waarin veel vogels op trek zijn en dikwijls ook ’s nachts vliegen. Ze raken gedesoriënteerd en verblind, daardoor vliegen ze tegen hoge verlichte gebouwen en op zee tegen boortorens. Er zijn echter meer negatieve effecten. Mezen broeden eerder, waardoor niet alles meer samenloopt met het voedsel aanbod. Voor uilen wat echte nachtvogels zijn, is het ook nadelig. Bosmuizen wat voor velen hoofdvoedsel is gaan ’s nachts niet op voedsel uit als het niet donker genoeg is. Zo zijn er veel nadelige effecten van licht op vogels.

Er zijn al bedrijven die hier rekening mee houden en minder licht aan laten. Ook zijn er gemeenten waar ze al dan niet om te bezuinigen, ’s avonds minder straatverlichting aan laten. In onze omgeving lijkt dit dweilen met de kraan open door alle verlichte kassen. Laten we zelf zoveel mogelijk hier aan bijdragen.

Om hier nog eens nadrukkelijk de aandacht op te vestigen wordt er elk jaar op de laatste zaterdag van oktober een “Nacht van de Nacht” georganiseerd. Dit jaar is dit 26 oktober. De Groengroep en Knopenlopen nemen de organisatie voor hun rekening. Van de Vogelwerkgroep zijn er ook mensen aanwezig om wat uitleg te geven over de invloed hiervan op vogels. Start is 0m 19.15 bij de blokhut Het Vongerde 1 in Sevenum. Veel plezier.

Tot de volgende keer Toon Selten.

Cursus Vogelwerkgroep ’t Hökske

We hebben de afgelopen 20 jaar minstens 200 deelnemers mogen begroeten op de cursus vogelherkenning van Vogelwerkgroep ’t Hökske. In het voorjaar en najaar geeft onze vereniging deze educatieve opleiding met heel veel succes. Naast het tellen van vogels (broed-, water- en trekvogels), organiseren van excursies, plaatsen van nestkasten, opzetten van beschermingsprojecten,  is opleiding een van de doelstellingen van de vogelwerkgroep.

In november start weer de najaars opleiding vogelherkenning en er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar op deze zeer populaire cursus. De data en onderwerpen staan al vast. Op dinsdag 19 november (wintergasten), dinsdag 10 december (roofvogels en uilen) en dinsdag 7 januari (watervogels) zijn de theorielessen vanaf 20.00 uur in Cultureel Centrum de Wingerd. Op de zondagen 24 november, 15 december en 12 januari zijn de praktijk lessen vanaf 8.00 uur in een van de natuurgebieden in Noord-Limburg. Op de theorieavonden wordt middels een beamerpresentatie elke avond aandacht besteed aan 15 tot 20 soorten met de daarbij behorende geluiden. Een cursusboek van ca. 100 pagina’s maakt onderdeel uit van deze opleiding. Op de avonden komt koffie/thee voor rekening van de vogelwerkgroep. De cursusleiders zijn ervaren vogelaars en op de praktijk-ochtenden krijgen deze steun van de leden van de vogelwerkgroep bij de excursies.

Interesse? Maak dit kenbaar bij onze vereniging via info@vogelwerkgroep.

Koereiger doet zijn naam eer aan. Foto@Jan Peeters uit het franse natuurgebied de Brenne. Deze reigersoort is inmiddels ook een broedvogel in onze provincie.

2024 Het jaar van de Huismus

Sovon vogelonderzoek Nederland benoemt elk jaar een vogel tot vogel van het jaar. Dit doen ze niet voor niets, de reden is meestal dat het met de betreffende vogelsoort niet zo goed gaat. Dit jaar is dat de Huismus. Hier buiten het stedelijk gebied zal men zeggen; hier zitten nog florsen of floersen of hoe men ze noemt, genoeg. Toch zijn de aantallen met ongeveer 60% afgenomen. Met name speelt dit in de grote steden, waar de teruggang de laatste jaren steeds erger werd. Gelukkig is men dit gaan inzien en is men maatregelen gaan nemen bij de bouw en inrichting van nieuwbouwplannen. Hierdoor  wordt de achteruitgang wat afgeremd. Ook door acties zoals tegels wippen, zodat er meer bomen en groen komen in de plaats van stenen, wordt hun positie verbeterd.

Huismussen vertoeven graag in de buurt van mensen. Daarom zijn ze bij de een zeer geliefd, om hun gezellig gekwetter en de ander houdt er helemaal niet van, juist vanwege dat gekwetter en hun uitwerpselen. Het zijn bovendien kolonievogels die graag met een 20-tal paartjes bij elkaar vertoeven. Wie ze graag in zijn omgeving ziet en behoudt, moet zorgen voor voldoende groen in de tuin. Ook moet men niet te secuur zijn en elk blaadje dat er valt direct opruimen. mussen houden van een beetje rondscharrelen. Als huisvesting kan men speciale dakpannen aanschaffen waar ze onder kunnen nestelen. Maar men kan zelf ook zogenaamde mussenflats maken. Dit zijn verschillende nestkastjes die aan elkaar zijn verbonden, want ze zitten graag dicht bij elkaar. In plaats van een schutting, een natuurlijke haag planten waar ze in de winter kunnen schuilen. Of een muur van de schuur of het huis met klimplanten laten begroeien.

Foto@Geert Custers

Huismussen eten graag een gevarieerd menu. Iemand die kippen heeft zal kunnen beamen dat ze er als de kippen bij zijn als die gevoerd worden. Aan hun snavels kun je ook zien dat het zaadeters zijn. Maar daarnaast eten ze ook broodkruimels, vetbollen, pinda’s, ja feitelijk bijna alles. De jongen worden gevoerd met insecten en rupsen die ze zelf ook niet versmaden.  Als men enkele voersilo’s in de buurt van een raam hangt, wennen ze daar al gauw aan en kan men de hele dag genieten van deze gezellig kwetterende vogels.

Tot een volgende keer Toon Selten.