Welkom bij Vogelwerkgroep ’t Hökske
een vereniging van vrijwilligers die zich inzet voor vogels
en hun leefomgeving in de regio Sevenum en Horst
Herfst en Wintergasten.
De herfst heeft weer zijn intrede gedaan en voor wie op een wandeling in bos of veld zijn ogen en oren goed de kost geeft, valt er zeker heel wat te genieten. Men dient hiervoor echter wel enkele uren slaap op te offeren en te zorgen met het krieken van de dag op pad te zijn. Men hoort wel eens zeggen dat er in de herfst buiten toch maar bitter weinig te beleven valt, omdat de meeste van onze vogels ons verlaten hebben of bezig zijn zich te verzamelen om na korte tijd gezamenlijk naar het zuiden te vertrekken.
Men vergeet dan echter dat deze vogels weldra vervangen worden door nog grotere zwermen uit noordelijk of noordoostelijk van ons gelegen landen, die hier hun winterverblijf kiezen of voor kortere of langere tijd, afhankelijk van de weersgesteldheid, zich hier ophouden op doorreis naar het zuiden.
Nu is het een bekend feit dat verschillende vogelsoorten zich iedere herfst in grote aantallen vertonen, terwijl anderen, jaren achtereen niet worden waargenomen of slechts in geringe mate, om dan plotseling in een bepaald jaar weer met grote zwermen op te komen zetten. De oorzaak hiervan is betrekkelijk eenvoudig te verklaren. Wie wel eens in de gelegenheid is geweest om de uitgestrekte dennen, berken en elzen bossen van Noord-Scandinavië, Finland of Noord-Rusland te bezoeken, begrijpt dat hier onder normale omstandigheden een onuitputtelijke voorraad aan voedsel voor de vogels ligt opgestapeld.
Worden echter de weersomstandigheden van dien aard, dat door hevige koude, sneeuw en ijzel deze voorraden voor de vogels onbereikbaar worden, dan blijft hen slechts de keus tussen de hongerdood, of op de snelste wijze mildere oorden op zoeken.
Om alle soorten die onze kant op komen te beschrijven ontbreekt ons hier de ruimte, maar we zullen enkele van de meest bekende er uitlichten.
Als eerste de Sijs, een klein beweeglijk vogeltje dat reeds vroeg in de herfst zijn broedgebied in Noord-Scandinavië en Finland verlaat om op reis te gaan naar zijn overwinteringsgebied in Spanje. Soms blijven ze weken of zelfs maanden in ons land aanwezig en we zien ze dan in kleine groepjes rond buitelen in de elzenstruiken om met hun puntige snavel de zaadjes uit de elzenproppen te peuteren. Dit is hun voornaamste voedsel tijdens de trek. Vaak zien we ze in gezelschap van de Barmsijs, een even opgeruimd en levendig vogeltje, waarvan het mannetje duidelijk herkenbaar is aan het fraaie karmijnrode voorhoofd (petje) en borstvlek.
De Keep is ook zo’n vogel die met grote getale vanuit het hoge noorden zuidwaarts trekt vaak in gezelschap van soortgenoten zoals Vinken, vaak brengen ze een langere tijd bij ons door, maar dit wordt vaak bepaald door de weersomstandigheden en het voedselaanbod.
Met heel veel geluk kan het gebeuren, dat we op een mooie novemberdag een groepje Putters, ook wel Distelvink genoemd, te zien krijgen. Heel behendig hangen deze fraai gekleurde vogeltjes aan de distel en klittenplanten om de zaadjes uit de reeds verweerde zaadbolletjes te hakken. Putters vertonen zich hier voornamelijk in de trektijd, in bepaalde delen van ons land is de putter ook in de broedtijd geen zeldzaamheid en sinds 1975 is hun aantal flink aan het stijgen.
Tot een volgende keer, Jos Wijnen 
Foto@Jos Wijnen
Project Steenuilen
In onze gemeente Horst aan de Maas hebben wij 62 nestkasten hangen verdeeld over Sevenum, Horst, America, Melderslo, Kronenberg, Evertsoord, Meterik en Hegelsom.
Vaak zijn ze te vinden bij boerenerven of bij particulieren waar een mooie biotoop voor de Steenuil is. Oude schuurtjes met kort geknipt gras of een boomgaard met veel fruit waar insecten op afkomen waar onze Steenuil gek op is.
Jammer genoeg waren er dit jaar bij 39 kasten geen activiteiten. Soms zijn er wel activiteiten van Steenuiltjes maar komen ze niet tot paren of broeden. Ook komt het voor dat er wel gebroed wordt, maar dat het nest verstoord wordt. Mogelijk oorzaken kunnen zijn vergiftiging, verkeersongeval of de kast wordt ingenomen door andere vogels.
In 2025 hadden we 18 kasten waar wel succesvol gebroed werd met in totaal 29 jonge Steenuiltjes. Op het moment van controleren varieerde de leeftijd van 2 dagen tot 2 weken oud. Een enkele keer waren ze al uitgevlogen toen wij kwamen maar hadden de bewoners waar de kast hangt de jongen zelf al geteld.
Geen top jaar maar toch nog een leuk aantal jonge vogels en dus zeker een reden om beschuit met muisjes te eten. Volgend jaar hopelijk een beter steenuilenjaar.
Marcel Hendriks
Foto@Marcel Hendriks
De Kluut een mooie waadvogel
De zomer vakanties liggen al ver achter ons. Wie op vakantie is geweest langs de kust en dan met name langs de Wadden en de Zeeuwse Delta zal ze zeker hebben gezien. Met zijn markante en fraai getekend uiterlijk en hun luidruchtig gedrag zijn ze zeker niet te missen. Zijn Nederlandse naam dankt hij aan de roep, een hoog fluitachtig “kliep” of “kluut”. Zijn prachtige zwarte kap op de kop, als en capuchon, heeft hem in Engeland de naam Avocet gegeven wat advocaat betekend. Vroeger droegen de advocaten namelijk capuchons. De vogels zijn ongeveer 42 tot 46 cm groot. Ze hebben behoorlijk lange vleugels met een spanwijdte van 77 tot 80 cm. Ze hebben vrij lange blauwgrijze poten, die in vlucht voorbij de staart steken. De hoofdkleur is wit en naast de zwarte kap op kop en hals, is het midden van de rug zwart en is de vleugelboeg met de vleugeluiteinden zwart, wat bij gesloten vleugels een mooie omlijning van de vleugels geeft.
Het meest opmerkelijke is de lange omhoog gebogen snavel. Zoals Nico de Haan het uitdrukt. De snavel van de Wulp (omlaag gebogen) wijst naar zijn gulp en die van de Kluut wijst naar zijn snuut. Deze kenmerken samen zorgen voor een sierlijke elegante vogel.
Het voedsel zoekt de Kluut op een zeer karakteristieke manier enigszins te vergelijken met die van de lepelaar. Met een snel maaiende beweging beweegt hij de omhoog gebogen snavel door het water en vlak over de bodem. Hierbij is die een klein beetje geopend. Voelt hij iets dan klapt de snavel dicht en is de prooi gevangen. Zoiets noemen we een tastjager. Dat heeft het voordeel dat hij ook in troebel water kan zoeken. Zijn voedsel bestaat hoofdzakelijk uit wormen, pieren, slakken, garnalen kleine kreeftachtigen en andere kleine waterdiertjes. Buiten het water eten ze ook insecten.
Langs de kusten van vrijwel heel Europa komen Kluten voor. Ongeveer een kwart van de Europese populatie Kluten broedt in Nederland. Dit zijn er momenteel ongeveer 6350 tot 6750 broed paren. De meeste langs de Waddenzee ongeveer 60% en de Zeeuwse Delta 35%. De overige in kleinere gebieden onder andere langs het IJsselmeer. De laatste jaren nemen de aantallen weer toe. Kluten zijn koloniebroeders. Wel hebben ze ieder hun eigen kleine territorium. Dit wordt met uitgestrekte vleugels en duikvluchten verdedigd tegen indringers. De balts die moet leiden tot de paring wordt meestal ingeluid met buigingen en snavelkruisen. Waarna het vrouwtje met naar beneden gerichte kop blijft wachten. Het mannetje maakt nog enkele was en poets bewegingen waarna hij op het vrouwtje wipt en de paring plaats vindt.
Het nest houden ze zeer eenvoudig. Op de kale grond tussen wat steentjes maken ze een kuiltje wat een beetje bekleed wordt. Hierin worden soms 3 maar meestal 4 eieren gelegd. Deze worden in ongeveer 25 dagen uitgebroed. De jongen hebben grijs gemêleerd dons, wat een uitstekende schutkleur is. Het zijn nestvlieders, maar ze worden nog ongeveer vijf weken door de ouders onder hun hoede genomen.
In september verzamelen de jonge Kluten zich in grote groepen op de Waddenzee waar ze reserves opbouwen om aan de trek te beginnen. De oudere vogels vertrekken pas in oktober november naar de overwinterings gebieden. Al vanaf juli verzamelen Kluten uit het Oostzeegebied en Noordzeegebied zich in de Waddenzee vanaf Denemarken tot Texel, om te ruien en zich voor te bereiden op de trek naar de overwinterings gebieden die lopen vanaf zuid west Europa of west Afrika tot voorbij de Sahel. In de winter verblijven er ongeveer 2900 tot 4600 Kluten in Nederland. Bij het vogels kijken langs gebieden met water blijven dat heel leuke maar vooral mooie vogels om te bekijken.
Tot een volgende keer Toon Selten.
