Welkom bij Vogelwerkgroep ’t Hökske

een vereniging van vrijwilligers die zich inzet voor vogels

en hun leefomgeving in de regio Sevenum en Horst

Informatiemiddag
Vogelwerkgroep ’t Hokske

Zondagmiddag 24 maart van 11:00 tot 15:00 uur

Plaats: Cultureel Centrum De Wingerd
https://www.wingerdsevenum.nl/
Google maps

Meer weten over vogels? Wees dan welkom!

Wilt u meer weten over vogels of een keer meelopen met een vogelaar? Kom dan een kijkje nemen tijdens de informatiedag van Vogelwerkgroep ’t Hökske.
Op zondag 24 maart bent u van 11 uur tot 15 uur van harte welkom in De Wingerd in Sevenum. Hier laat de Vogelwerkgroep t Hökske zich van alle kanten zien. Met o.a korte lezingen over al hun projecten zoals de uilen, watervogeltelling, BMP, broedvogelmonitoring het geven van vogelherkenningscursussen en alle andere zaken waar de werkgroep zich mee bezighoudt.

Loop langs de stands en laat u informeren over de activiteiten van de vogelwerkgroep. Maak een afspraak met de aanwezige vogelaars om bijvoorbeeld een keer mee te kijken tijdens de controle van uilenkasten of tijdens de watervogeltellingen. De aanwezige werkgroep leden staan u graag te woord als u een vraag heeft. U kunt zich ook inschrijven voor de vogel excursie van 14 april langs de Maas in Broekhuizen.

In een aparte zaal worden korte lezingen gehouden over al onze projecten, kom even zitten en laat u verrassen wat wij als werkgroep allemaal doen.
Natuurlijk hebben wij ook aan de kinderen gedacht, er zijn spellen en andere activiteiten. Verder kan iedereen meedoen met de prijsvraag “Hoeveel vogels vliegen er in de lucht”. Hiermee maakt U kans op een mooi vogelboek.

Wij hopen u zondag 24 maart te mogen ontmoeten in de Wingerd Maasbreeseweg 2 in Sevenum. De toegang is gratis

Tot dan!!!

Foto@Geert Lamers

Poster infodag 3112

De Kolgans, graag geziene wintergast, maar ook gehaat

Sommige wintergasten zijn onbekend, maar deze gans is bij velen toch gekend. Hij lijkt op de Grauwe Gans maar is wat kleiner en heeft boven de snavel een witte bles (kol). Op de borst hebben ze zwarte dwarsstrepen die doorlopen tot op de flanken. De jonge dieren van dit jaar, hebben deze kenmerken nog niet. Het geluid dat ze maken is hoger dan dat van de Grauwe Gans en klinkt een beetje lacherig.

Maar waar komen deze Kolganzen vandaan? Het broedgebied ligt in het noorden van Rusland en Siberië tot aan de Beringzee en op Nova Zembla. Ze hebben dus nog al wat afstand af te leggen voor ze hier zijn. Tegenwoordig arriveren de eerste Kolganzen al half oktober en in november de grote massa. Vroeger in de jaren 60 en 70 kwamen ze later, pas in november en dat liep door tot in december. Nou zijn bij ons niet de meeste Kolganzen te zien. De grootste groepen bevinden zich in west- en zuid Friesland, langs de randmeren in Flevoland en langs de grote rivieren. Maar ook grote groepen ziet men langs de Rijn in Noordrijn-Westfalen. Vooral in de buurt van Emmerich zitten er dikwijls duizenden. Deze sluiten zich aan bij de groepen in de Ooijpolder bij Nijmegen. Als we nog een strenge winter krijgen, trekken ze meer naar het zuiden langs de grote rivieren. Hier ziet men ze vooral langs de Maas in de uiterwaarden, maar men ziet en hoort ze ook wel overvliegen van de Mariapeel richting de Maas.

Ze eten voornamelijk gras maar eten als het nodig is ook oogstresten van bieten en aardappels. Soms zijn ze hier gemengd met Grauwe Ganzen. In het noorden zijn ze heel dikwijls gemengd met Brandganzen. Ik en met mij vele vogelaars vinden het prachtig die soms duizenden ganzen op een weiland. Maximaal vertoeven er bijna 900.000 Kolganzen in ons land, 80% van de wereld populatie. Het betreft dan ook de meest talrijke gans van Europa en Azië. De boeren zijn hier niet zo van gecharmeerd. Daar telt het gras en niet zozeer dat ze het afgrazen. Maar wat er voor in gaat, komt er achter weer uit en dat vindt het vee niet zo smakelijk. In het noorden van ons land waar verreweg de meeste voorkomen, met ook nog Brandganzen en Rotganzen, hebben ze met boeren gedooggebieden afgesproken waar ze mogen grazen en waar de boeren een vergoeding voor krijgen. Maar ganzen kunnen niet lezen, en kennen ook de landkaart niet, dus zijn de boeren daar meestal niet zo blij als wij.

De meesten Kolganzen verlaten, afhankelijk van de winter, eind februari en in maart ons land en vertrekken weer naar de broedgebieden in het hoge noorden. Er heeft zich inmiddels ook een kleine populatie gevormd die hier blijven en broeden, men schat deze tussen de 400 en 700 stuks. Deze zijn ontstaan uit tamme lokvogels die vroeger bij de jacht gebruikt werden. Dit mag nu niet meer en daarom zijn ze losgelaten en hebben zich voortgeplant tot de huidige populatie. Kolganzen beginnen te broeden, afhankelijk van de toestand in het broedgebied vanaf begin juni. Een legsel is meestal 5 of 6 eieren. Ze broeden 27 tot 29 dagen.  Hoeveel er groot worden hangt veel af van het aantal lemmingen in dat gebied. Zijn die er genoeg, dan zullen de poolvossen de ganzen meer met rust laten en worden er meer volwassen. Dit kan men daarna zien als ze hier aan komen. Dit jaar is er zo als het er nu naar uitziet, een goed fokseizoen geweest. Ondanks dat ze niet door iedereen gewenst zijn, is het een van de schoonheden van de winter.

Tot een volgende keer Toon Selten.

Kolgans
Foto@waarnemingen.be

Doe mee aan de winterslaapplaats telling Ransuilen
in Gemeente Horst aan de Maas in de periode januari-februari.

Deze telling houdt in dat u kijkt of er Ransuilen (meestal groep van 5-7 stuks), overdag in uw tuin zich bevinden om te slapen, ook wel roestplaatsen of winterslaapplaatsen genaamd, in de periode januari-februari. Al jaren lijkt het landelijk bergafwaarts te gaan met de Ransuil om uiteenlopende redenen. Vogelwerkgroep ’t Hökske coördineert daarom deze telling en vragen de hulp van inwoners om ons hierbij te helpen om deze waarnemingen door te geven.

Belangrijke kenmerken van een winterslaapplaats zijn:

  • U herkent zo’n slaaplek aan de vele braakballen (3-5cm lang en grijs van kleur) van ransuilen inclusief de witte poepvlekken (kalk) die liggen onder een grote solitaire conifeer, spar of grove den. Ransuilen zijn soms moeilijk zichtbaar in bomen vanwege hun camouflage kleuren. Kijk dus vooral ook naar braakballen op de grond.
  • Schat het aantal Ransuilen tussen 1-5, 6-10 of 11-15 of 16-20 stuks. Het aantal uilen kunt u het beste schatten als ze uit de boom vliegen, vaak net na zonsondergang.
  • De groep Ransuilen blijft meestal van december t/m eind februari in uw tuin.
  • Winterslaapplaatsen worden jaarlijks nagenoeg op dezelfde plek gebruikt en soms zelfs decennia lang. Reden genoeg om ransuilen niet te dicht te benaderen overdag maar hun rustig te laten zitten om wegvliegen en verstoring te voorkomen.
  • Meestal bevindt, binnen een straal van 1000 meter van zo’n slaapplaats, een broedsel van ransuil op een oud nest van kraai of ekster (jonge ransuilen maken na zonsondergang een bedelend geluid dat klinkt als “pie” in de periode juni-juli).
  • Groepen Ransuilen zoeken in de winter de beschutting en veiligheid op van woonwijken of dorpsranden maar kunnen ook zitten langs bospaden in bossen zoals de Schadijkse bossen.

Doe mee, inwoners van Horst aan de Maas en geef uw waarneming(en) door op het volgende e mail adres info@vogelwerkgroephokske.nl als u zo’n winterslaapplaats van Ransuilen weet.  Dit mogen ook oude meldingen zijn van jaren terug waarbij u: de woonplaats, straatnaam, naam en telefoonnummer doorgeeft met als onderwerp in mail slaapplaatstelling Ransuilen 2024. We nemen dan contact met u op. Locaties worden niet openbaar gemaakt. Hopelijk kunnen we u na februari informeren hoeveel winterslaapplaatsen geteld zijn.

Bij voorbaat dank voor uw medewerking, coördinator Ralf Bovée.

Braakballen ransuilFoto@Ralf Bovée

Voorjaarscursus Vogelherkenning is inmiddels vol geboekt!

Interesse? Een mailtje naar info@vogelwerkgroephokske.nl is voldoende en u ontvangt verdere informatie.

Op zoek naar de notekrakerFoto@Jan Peeters

Foto@Jan Houwen